Roxanne
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:10:02
Je had hetje al ingebeeld, hè?
1:10:05
Wij samen in jouw bed?
1:10:09
Ja...
1:10:12
Er komt geen andere nacht meer.
1:10:15
Waarom drinken we uit 'n kopje
als er een rivier is?

1:10:21
Er is een klein woordje.
Geen naamwoord, geen werkwoord.

1:10:27
Geen bijwoord.
lk weet niet wat het is.

1:10:31
Maar als je het nu zegt,
verdwijnt alle duisternis.

1:10:35
Dan worden we verbonden
door een tunnel van licht.

1:10:41
Welk woord is dat, Chris?
- Ja.

1:10:54
Ja.
1:10:58
Ja, Chris.
1:11:03
Te gek, gelukt.
1:11:09
CD, we waren groots.
1:11:14
lk ben verliefd.
1:11:19
lk heb 't gedaan.
1:11:33
CD, gaat het?
Heb je je pijn gedaan?

1:11:38
Waar ben ik?
- ln Nelson.

1:11:40
Nelson? lk ben thuis.
Ze hebben me thuisgebracht.

1:11:44
Dag. Welke dag is het?
- Vrijdag. Da//as is op TV.

1:11:49
Vrijdag?
Dan is er geen tijd verstreken.

1:11:54
Een ruimteschip landde vlak voor me.
1:11:59
Daar heb ik over gelezen.
Had het lichten?


vorige.
volgende.