:07:12
Humpherding garandeerde Botervloot
dat haar liefde voor hem wel zou groeien.
:07:16
Haar enige plezier was haar dagelijkse ritje.
:07:33
Mevrouw, mogen we u spreken.
:07:35
Wij zijn arme, verdwaalde circusartiesten.
:07:39
Is er een dorp in de buurt ?
:07:42
Er is in de wijde omtrek niets.
:07:45
Dan zal ook niemand u horen schreeuwen.
:07:56
Wat scheur je daar ?
:07:57
Het is stof van een uniform van
een officier van het leger van Guilder.
:08:01
Wie is Guilder ?
:08:02
Het land overzee ?
:08:03
De gezworen vijand van Florent.
:08:08
Als het paard het kasteel bereikt, vermoed
de prins dat zij zijn verloofde hebben.
:08:14
En als hij haar lichaam vindt aan hun grens
zullen zijn vermoedens bevestigd worden.
:08:19
Je hebt het nooit gehad
over iemand vermoorden.
:08:22
Ik heb je ingehuurd om
me te helpen om een oorlog te beginnen.
:08:24
Dat is een eervolle baan
met een lange traditie.
:08:29
Ik denk dat het niet goed is,
om een onschuldig meisje te doden.
:08:32
Wordt ik nu gek, of kwam
het woord 'denk' over je lippen ?
:08:38
Je bent niet ingehuurd voor je hersens.
Groot dom leeuwenbeest.
:08:42
Ik ben het eens met Fezig.
:08:44
De sloeber heeft gesproken. Wat er
met haar gebeurt zijn jouw zaken niet.
:08:49
Ik zal haar vermoorden.
En onthoud een ding.
:08:51
Vergeet dit nooit
:08:52
Toen ik je vond was je zo ladderzat
dat je niet eens meer Brandy kon kopen.
:08:57
En jij. Eenzaam, hersenloos,
hulpeloos en hopeloos.