1:10:02
Voel je het ?
1:10:05
Vind je dat fijn ?
1:10:10
Dadelijk voel je iets warms.
1:10:13
Warm en heerlijk.
1:10:15
Denk je dat eens in !
1:10:17
Warm. Heerlijk vind ik dit !
1:10:20
Hier geniet ik nou echt van.
1:10:24
We zullen er samen van genieten.
1:10:26
Eerst was je alleen.
Nu ben je met mij, samen !
1:10:46
Ik wil weten aan wie je het vertelde.
1:10:50
Ik vertelde ze...
1:10:53
dat je...
1:10:55
de kinderen laat toezien hoe je...
1:10:57
hun moeders verminkt...
1:11:00
en soms...
1:11:03
vermink je ook...
1:11:05
de kinderen.
1:11:08
Heb je het aan iemand verteld ?
1:11:13
Verdorie, zeg het me nu !
1:11:15
Zeg het me nu !
1:11:23
Pater, ik heb er genoeg van.
1:11:27
Vertel me de waarheid.
1:11:31
Kunnen we hem vermoorden ?
1:11:34
Als iemand van onze plannen weet
om de senator te vermoorden...
1:11:37
kunnen we hem niet meer vermoorden !
1:11:41
Niets !
1:11:48
Fase twee.
1:11:56
Christus !