1:27:19
	Blijfvan me af.
Wat moet dat?
1:27:22
	Bek dicht.
-Weetje wel wie ik ben?
1:27:26
	Ik kan jullie zo laten ombrengen.
-Hoorje dat?
1:27:32
	Willen jullie geld?
Zeg maar hoeveel jullie willen.
1:27:40
	Ingesteld?
-Twee minuten.
1:27:46
	Wat is dat voor geluid?
1:27:48
	Wat doen jullie?
1:27:52
	Wat doen jullie? Praat tegen me.
-Scheur de bank open.
1:27:57
	Gaan jullie mijn huis
in brand steken?
1:28:01
	Laten we een deal maken.
Kunnen we geen deal maken?
1:28:04
	We maken geen deals met doden.
Wat heeft ie uitgevreten?
1:28:09
	Een kilo diamanten gejat.
1:28:15
	Nee, die heb ik niet gestolen.
1:28:17
	Ik ben maar een handelaar.
Ik weet niet waar ze vandaan komen.
1:28:21
	Verraadt dat tape ons niet?
-Nee, dat verbrandt.
1:28:25
	Je krijgt die diamanten terug.
Ik heb morgen een afspraak.
1:28:30
	Robson Square, twaalf uur,
bij de schaatsbaan.
1:28:33
	Nog 30 seconden.
-Jullie moeten hem hebben.
1:28:38
	Jullie krijgen de diamanten terug.
Schakel die bom uit.
1:28:45
	Diamanten, Mr Fournier?
1:28:49
	Wat doen jullie hier?
1:28:50
	We zijn gebeld.
Iets over een inbraak.