2:17:05
En ik hoorde een stem zeggen:
2:17:07
"Saul, waarom vervolg je me?
2:17:12
"Waarom ben je tegen me?"
2:17:15
"Wie bent u?" zei ik.
2:17:17
En de stem zei:
2:17:19
"Jezus."
2:17:22
En hij...
2:17:23
maakte het me duidelijk.
2:17:26
lk werd geleid als een kind
naar een stad die ik moest geselen.
2:17:30
En God stuurde me naar Ananias...
2:17:33
en hij legde Zijn handen op me
en ik opende mijn ogen...
2:17:36
en ik werd gedoopt en werd Paulus.
2:17:41
En nu breng ik 't goede nieuws naar jullie.
2:17:44
Het gaat over Jezus van Nazareth.
2:17:46
Hij was niet de zoon van Maria.
Hij was de zoon van God.
2:17:50
Zijn moeder was een maagd.
2:17:51
En de engel Gabriël daalde neer
en plaatste Gods zaad in haar baarmoeder.
2:17:56
Zo is hij geboren.
2:17:59
En hij werd gestraft voor onze zonden.
2:18:03
Toen werd hij gemarteld en gekruisigd.
2:18:07
Maar drie dagen later
stond hij op uit de dood...
2:18:12
en ging hij naar de hemel.
2:18:15
De dood was overwonnen!
2:18:19
Begrijpen jullie wat dat betekent?
2:18:22
Hij heeft de dood overwonnen.
2:18:25
Al onze zonden zijn vergeven...
2:18:28
en nu staat de wereld van God open
voor een ieder van ons.
2:18:32
Voor iedereen!
2:18:34
Heb je die Jezus van Nazareth ooit gezien
nadat hij terugkwam van de dood?
2:18:39
lk bedoel, met je eigen ogen?
2:18:41
Nee, maar ik zag een licht
dat me verblindde en ik hoorde zijn stem.
2:18:45
-Je bent een leugenaar.
-Zijn discipelen zagen hem.
2:18:48
Ze verstopten zich op een zolder,
de deuren op slot en hij verscheen aan hen.
2:18:52
Leugenaar.
2:18:53
Hij is een leugenaar!