Do the Right Thing
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:19:01
Godzijdank is er de hals.
1:19:06
Godzijdank zijn er knieschijven.
1:19:09
Godzijdank zijn er ellebogen.
1:19:13
Godzijdank zijn er dijen.
1:19:18
Godzijdank is er de rechtertepel
1:19:22
en de linkertepel.
1:19:24
Lekker.
- Ze vindt het lekker.

1:19:29
Amen.
1:19:31
ik moet gaan.
- Je moet wel terugkomen.

1:19:35
ik kom vanavond weer.
- Anders krijg je ervan langs.

1:19:39
Dan kan ik maar beter terugkomen.
1:19:46
Goed dan.
1:19:51
Ga nou maar.
- ik moet weg.

1:20:00
ik ga nog niet weg.
- Ga toch weg.

1:20:04
Goed dan. Tot straks.
- Tot straks.

1:20:09
Gewoon uit nieuwsgierigheid.
Hoe lang blijf je hier nog ?

1:20:12
Vanavond ?
- Nee, in deze buurt.

1:20:15
Nog zo'n jaar of vijftig.
ik ga in het onroerend goed.

1:20:19
ik laat hier een torenflat bouwen.
1:20:22
Veel mensen willen hier komen wonen.
- Wil je ook een appartement ?

1:20:28
Mag ik een rietje, Mr. Trump ?
- Tuurlijk.

1:20:30
Van Trumps Pizza.
- Daar heb ik over gehoord.

1:20:32
Van Trumps Pizza, weet je wel.
- Ga toch weg.

1:20:36
Tot kijk, Salvatore.
1:20:37
Vul de limonade bij, Pino.
1:20:41
Goed, Pap.
1:20:44
ik kan echt niet vlugger bezorgen.
1:20:48
Dan glijdt alle kaas naar een kant.
1:20:51
ik heb nog niks gezegd.
Heb je een slecht geweten ?

1:20:55
ik ben onschuldig.
- Je moet wel schuldig zijn,

1:20:58
anders had je dat
zonet niet gezegd.


vorige.
volgende.