:35:02
Boolie doet mij in de blijvende zorg
voordat ik koud ben.
:35:09
Wat bent u toch bijdehand.
:35:13
Zet die azalea even op het graf
van Leo Bauer.
:35:19
Is dat de man van Miss Rose Bauer ?
:35:22
Ja, ze vroeg me om die plant
mee te nemen.
:35:26
Waar is zijn graf ?
:35:29
Precies weet ik het niet, maar het
is twee rijen die kant op.
:35:34
Het staat op de steen: Bauer.
:35:40
Wat is er nog ?
- Niks, helemaal niks.
:35:53
Twee rijen die kant op.
Er staat 'Bauer' op de steen.
:35:57
Bauer, ja... Hoe ziet dat eruit,
Miss Daisy ?
:36:01
Hoe bedoel je ?
:36:04
Ik bedoel dat ik niet kan lezen.
:36:09
Ik kan niet lezen, Miss Daisy.
- Ik zie je altijd in de krant kijken.
:36:14
Dat is het nou juist: Ik kijk
alleen maar.
:36:17
Ik probeer aan de foto's te zien
wat er aan de hand is.
:36:22
Je kent het alfabet toch wel ?
- Ja, het ABC ken ik goed.
:36:26
Ik kan alleen niet lezen.
- Je maakt me kwaad als je dat zegt.
:36:30
Als je het alfabet kent, kan je lezen.
Je weet het alleen zelf niet.
:36:36
Ik heb oerdomme kinderen
lesgegeven.
:36:38
Die konden goed genoeg lezen om
een naam op een grafsteen te vinden.
:36:43
De naam is Bauer.
:36:50
Die 'buh'-klank, waar lijkt dat op ?
:36:54
'B' ?
- Natuurlijk.
:36:57
'Er'... Daar eindigt het op. Bauer.