1:25:11
Hoor, hoe de paarden briesen
van verlangen.
1:25:15
Bestijg ze, kerf hun flanken...
1:25:18
...zodat hun hete bloed
in Engelse ogen spat.
1:25:22
Bekijk die hongerige troep.
1:25:25
Uw praal alleen al zuigt hun zielen uit
en laat hulzen van mensen over.
1:25:31
Er is geen werk genoeg
voor onze handen.
1:25:34
Waar blijft gij, Franse heren?
1:25:37
Die eiland-krengen die geen hoop
meer rest, ontsieren het morgenveld.
1:25:41
Ze hebben hun gebeden al gezegd
en wachten op de dood.
1:25:46
Laat ons weinig, heel weinig doen
en alles is gedaan.
1:25:51
Laat de trompet het sein geven
en stijg op.
1:25:55
Want onze nadering
doet de schare verbleken...
1:25:58
...en Engeland legt knielend
ons de wapens neer.
1:26:17
Waar is de koning?
-Hij is hun slagorde gaan bekijken.
1:26:30
Ze hebben zestigduizend
strijdbare mannen.
1:26:34
Dat is vijf tegen één,
en daarbij zijn 't verse troepen.
1:26:39
Een schrikbarende overmacht.
-Ach, hadden we maar...
1:26:43
...tienduizend mannen
die nu werkeloos zijn in Engeland.
1:26:48
Wie wenst dat?
Mijn neef Westmoreland?
1:26:56
Nee, waarde neef.
1:26:59
Als de dood ons wacht, zijn we met
genoeg om Engeland te doen rouwen.