:25:00
Dr. Elsa Schneider.
- Aangenaam.
:25:03
Ik zag uw vader nog in de bibliotheek.
Hij had het graf bijna gevonden.
:25:09
Hij was zo opgewonden
als een schooljongen.
:25:13
Atilla de professor ? Die was zelfs
als schooljongen nooit opgewonden.
:25:19
Mag ik ?
- Dat doe ik nooit.
:25:21
Ik ook niet.
- Dan mag u.
:25:24
U maakt me blij.
- Morgen is ie verdord.
:25:27
Dan steel ik een nieuwe.
- Mag ik even ?
:25:31
Ik wil u iets laten zien.
Uw vader was aan het werk.
:25:35
Ik ging een oude kaart van de stad halen
en toen was hij weg.
:25:39
Met al zijn papieren, behalve dat kladje.
:25:43
Romeinse cijfers.
- De bibliotheek.
:25:47
Het lijkt niet op een bibliotheek.
- Eerder een kerk.
:25:51
Klopt, we zijn hier op heilige grond.
:25:55
Deze zuilen zijn oorlogsbuit van de val
van Byzantium tijdens de kruistochten.
:26:03
De bibliotheek gaat zo dicht. Ik regel
even dat we langer kunnen blijven.
:26:12
Marcus, ik heb dat raam eerder gezien.
- Waar dan ?
:26:17
Hier. In het dagboek van mijn vader.
:26:27
Zie je wel ?
- Kijk Indy. De Romeinse cijfers.
:26:31
Hij was iets op het spoor.
:26:34
Dat zijn die cijfers,
maar wat betekenen ze ?
:26:37
Hij heeft het me niet zomaar gestuurd.
Hou dit voor je.
:26:41
Iets gevonden ?
- Ja, 3, 7 en 10.
:26:44
Dat zijn die cijfers.
- Dat ik dat niet zag.
:26:49
Hij zocht geen boek over dat graf,
maar het graf zelf.
:26:54
Snap je ? Het graf is ergens in de
bibliotheek. Dit was vroeger een kerk.