:39:01
Vraag uzelf af waarom u
de Beker van Christus zoekt.
:39:06
Is het voor zijn glorie of voor die van u ?
:39:09
Daar kom ik niet voor.
Ik kom mijn vader zoeken.
:39:14
Dan moge God u bijstaan.
:39:17
Uw vader zit gevangen in slot Brunwald
aan de Oostenrijks-Duitse grens.
:39:30
Hoe is het met je hoofd ?
- Beter, nu ik dit gezien heb.
:39:34
Het is de naam van een stad.
Alexandretta.
:39:41
Tijdens de eerste kruistocht is die stad
belegerd en totaal verwoest.
:39:50
De stad Iskenderun
is op de ruines ervan gebouwd.
:39:55
Wat stond er op die steen ?
:39:58
Door de woestijn en de berg
naar het ravijn van de Wassende maan.
:40:05
Maar waar precies ?
- Je vader weet het misschien.
:40:11
Hij wist het ook.
Hij heeft een kaart gemaakt.
:40:14
Uit allerlei aanwijzingen
bij elkaar gesprokkeld.
:40:18
Een kaart zonder namen.
Er was een stad met een oase vlakbij.
:40:22
De route liep via een rivier
naar de bergen, hier.
:40:27
Naar het ravijn. Hij wist alles,
behalve het begin: De naam van de stad.
:40:35
Alexandretta. Nu weten we het.
- Wij wel.
:40:39
Ga naar Iskenderun met Sallah.
- En jij dan ?
:40:43
Ik ga pa zoeken.