Let It Ride
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:35:37
Dank u wel, meneer.
:35:40
Greenberg is de naam.
:35:43
Vicki.
-Trotter.

:35:45
U bevalt me.
:35:49
Ik wist niet dat er vandaag
een missverkiezing was.

:35:55
Hij denkt dat je een miss bent.
-Dat kan best.

:35:59
Ik koop de jury wel om.
-Bernie is rijk.

:36:03
Aangenaam.
-Dank je en van hetzelfde.

:36:09
Waar ga je op in de vijfde?
-Waar wéd je op in de vijfde.

:36:14
Bernie is al helemaal blut gespeeld.
-Mondje dicht.

:36:18
Weet je wat m'n filosofie is?
:36:22
Als niemand weet dat je rijk bent,
wat heb je er dan aan?

:36:26
Ik heb een flat en dat ding is
700 procent in waarde gestegen.

:36:32
Zoveel ruimte heb ik niet echt nodig.
:36:35
Maar ik hou van ruimte. Ruimte.
:36:38
Hij houdt van ruimte.
-Weet je hoeveel wc's ik heb?

:36:42
Ik weet het niet. Zoveel zijn het er.
:36:46
Hij heeft er al zes gevonden.
:36:49
Zes wc's.
:36:51
Ik moet gelijkspelen.
Ik ga een rug inzetten.


vorige.
volgende.