1:50:01
De aanklacht is afgewezen.
- Ik weet alles.
1:50:03
We hebben gewonnen.
Het proces is achter de rug.
1:50:06
Harry zegt dat we hen gaan aanklagen.
- Je was het wel.
1:50:10
Je hebt ze allemaal vermoord.
1:50:12
Ik heb die foto's gezien.
1:50:15
Je was het wel.
1:50:20
Je hebt die jongen voor
de ogen van z'n vader vermoord.
1:50:24
Je verkrachtte die vrouw en je
gooide hun lijken in de Duna.
1:50:27
Ik ben er gaan kijken.
1:50:34
De zoon van die man
was nog maar zeven jaar.
1:50:38
Hij was nog maar zeven.
1:50:44
En jij schoot ze door het hoofd.
1:50:47
Je hebt ze allemaal door hun hoofd
geschoten. Jij was dat beest.
1:50:53
Jij schoot die jongen dood terwijl hij
bij z'n dode moeder zat te huilen.
1:50:59
Jij hebt al die mensen kapotgemaakt.
1:51:01
Wat moeten we nu toch?
1:51:07
Over welke foto's heb je het?
1:51:16
Tibor Zoldan chanteerde je.
1:51:19
Welnee, dat was een vriend.
- Ik heb het litteken gezien.
1:51:23
Uit het vluchtelingenkamp.
- Ik heb het litteken gezien.
1:51:27
Welk litteken?
- Dat over z'n gezicht liep...
1:51:30
zoals ze allemaal zeiden.
1:51:33
Ik ben bij z'n zuster geweest.
1:51:41
Hoe heb je al die dingen kunnen doen?
1:51:45
Hoe heb je dat ons kunnen
aandoen? En Mikey?
1:51:53
Waarom?
1:51:55
Geef antwoord.
1:51:57
Je moet me antwoord geven.