:26:04
Binnen.
:26:06
Je moeder is er.
:26:10
- Hoe was het vandaag?
- Ik moest een drugstest doen.
:26:14
Ik wist dat je deze film
niet moest doen.
:26:17
Ja, omdat het een slechte film was.
Niet vanwege die test.
:26:22
Ik analyseer niet zoals jij.
Het voelde gewoon niet goed.
:26:26
Ik droomde dat het niet goed zat.
:26:29
Je gelooft mijn dromen nooit, zelfs
niet toen ik je niersteen voorspelde.
:26:34
Ik droomde laatst dat ik verdronk,
ik zonk naar de bodem van de zee.
:26:41
Een zware glitterjurk sleurde me
naar beneden.
:26:44
Ik wil je alleen maar voorbereiden.
:26:48
Ik wilde niks zeggen in die kliniek,
maar ik had toch een hysterectomie?
:26:55
- Er zaten tumoren. In het bindweefsel.
- Dat is toch heel normaal?
:27:01
Meestal wel. Maar in onze familie
sterven alle vrouwen jong.
:27:07
Oma leeft nog.
:27:08
Spreek me niet tegen, misschien ben
ik er gewoon binnenkort niet meer.
:27:13
Ik wil je niet laten schrikken,
alleen voorbereiden.
:27:17
Je moet begrijpen
hoe dierbaar jouw leven mij is.
:27:21
Hoe komen we nou op jouw dood?
Lk begrijp het niet.
:27:27
Laat dr Feldman ook eens naar jou
kijken. Wie weet heb jij wel tumoren.
:27:33
- De mijne was enorm.
- Ik maak er een eind aan.
:27:37
Zeg dat niet,
zelfs niet voor de grap.
:27:40
Dat kan verkeerd worden opgevat.
:27:43
Het lijkt wel of hier een feestje is.
:27:48
Ik heb wat vrienden uitgenodigd
voor je thuiskomst.
:27:52
Ik moet morgen op tijd op,
ik wil ze niet zien.
:27:56
Goed, dan stuur ik
ze allemaal naar huis.