:34:00
Ik heb het geld nu.
Ik ben van Carlos af.
:34:04
Hij had het over je.
Als hij je in die kleren zag...
:34:08
Ik durfde je ook al niet te
omhelzen. Je ziet er goed uit.
:34:14
Liever in de schaduw.
:34:17
Je bent aardig opgeknapt, zeg.
:34:19
Je paste toch al nooit
op Hollywood Boulevard.
:34:24
Iedereen kan opknappen met geld.
:34:29
Wanneer gaat hij weg?
-Morgen.
:34:34
Mag je de kleren houden?
:34:37
Hij vroeg me
of hij me weer kon zien.
:34:41
Ik wil absoluut niet.
Het was toch een gewone week?
:34:46
Absoluut niet.
:34:53
Ik ken die trieste blik.
Je bent verliefd op hem.
:34:58
Hou je van hem?
Heb je hem op de mond gekust?
:35:02
Ja, het was fijn.
:35:05
Op de mond?
Wat heb ik nou gezegd?
:35:08
Ik ben niet gek.
Ik ben niet verliefd.
:35:12
Ik vind hem gewoon aardig.
:35:16
Aardig?
:35:18
Je vindt hem heel aardig.
:35:22
Hij heeft geld en allure.
-Doffe ellende dus.
:35:26
Dat weet je niet.
Hij wil je terugzien.
:35:29
Wie weet ga je samenwonen en
krijg je diamanten en een paard.
:35:36
Het is wel vaker gelukt.
:35:39
Wie is het dan gelukt?
:35:41
Magere Marie of Rachel?
-Dat waren cracksnuivers.
:35:48
Wie is het dan gelukt?
Geef me nou 's één voorbeeld.
:35:52
Een naam? Wil je een naam horen?
:35:57
O god, ik ben zo slecht in namen.