:41:01
Juist.
:41:06
Jij hebt toch een dochtertje?
:41:08
Ze heeft vast een speelgoedkar.
-Klopt. Hoezo?
:41:12
Heb jij whisky in die auto?
:41:15
Henry Lamb... Wie is dat?
:41:17
Een leerling van u op de Rupertschool.
Bij Engels.
:41:21
O ja? Wat heeft ie gedaan?
-Niks. Hij is zwaar gewond geraakt.
:41:25
Ik ben verslaggever.
-Ik herinner me 'm niet.
:41:29
Wat voor soort leerling was hij?
-Wel oké, denk ik.
:41:34
Dus hij was een goede leerling?
:41:37
Op het Rupert zijn leerlingen
of bereidwillig, of levensbedreigend.
:41:42
Hij ging studeren?
-Aan de gemeentelijke universiteit.
:41:47
Ze nemen je daar al aan
als je geslaagd bent en nog leeft.
:41:52
Hoe was hij in de klas?
Was ie ergens goed in?
:41:57
Ik heb 65 leerlingen per klas.
-Proefwerken, opstellen...
:42:02
Daar doen ze op het Rupert
al 20 jaar niet meer aan.
:42:06
Hoe weet je dan hoe ver ze zijn
vergeleken met medeleerlingen?
:42:13
U denkt aan wie de beste is en zo.
We doen niet aan vergelijkingen.
:42:18
We houden ze van de straat.
:42:20
Op het Rupert ben je 'n goede leerling
als je al komt...
:42:24
...en niet op de leraar piest.
:42:30
Als je het zo bekijkt,
was Henry Lamb dan een goede leerling?
:42:37
Hij heeft nooit op me gepiest.
:42:40
Nee, Bernard, je overdrijft.
De frank is geen probleem.
:42:45
Dat kunnen we dekken tot januari
of tot de betalingstermijn.
:42:50
Dat is niet nodig.
:42:56
Bernard, we hebben zo onze...
:42:59
Ach, problemen zijn het niet eens.
Dus laten we nou niet in...