Backdraft
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:02:17
Daar is 't.
:02:33
Blijf bij de wagen.
:02:36
Valt mee. We nemen twee slangen.
:02:40
M'n hele bezit ligt daar!
AI m'n spullen!

:02:56
Dat is je pa.
:03:37
't ls voor elkaar.

vorige.
volgende.