:14:06
Hij is hooguit tien.
:14:08
Hé groentje, wat staar je nou?
Hoepel toch op, sukkel.
:14:13
Hoe gaat het met je hoofd?
:14:16
Ken je me nog?
:14:18
Ik heb die bol op je hoofd gegooid.
:14:21
Ik heb een cadeautje voor je.
:14:26
Ken je deze nog?
Er zit een beetje bloed op El Salvador.
:14:30
Leuk, hè?
:14:32
- Hij is voor jou.
- Bedankt.
:14:34
Graag gedaan. Ik heet Eddie.
:14:38
Aangenaam, Fred.
:14:40
- Wat studeer je?
- Wat ik studeer?
:14:43
Met wie ga jij hier om dan?
:14:46
Jane. Wat studeer je?
:14:50
Russisch, Afro-Amerikaanse studie,
politieke wetenschappen.
:14:53
Frans. Swahili. Oeglieboeglie.
:14:56
Zindelijkheid. Troep eten. Neuspeuteren.
Ik weet het niet zo.
:15:01
- Wie is Jane? Je vriendinnetje?
- Ik woon bij haar.
:15:04
Woon je bij haar?
:15:07
Wat doe je vanmiddag?
:15:10
Ik ga alleen de post ophalen.
:15:47
Dat swingt pas, of niet soms?
:15:50
We trekken samen het land door.
:15:52
Maar klassiek speel ik niet.
Dat moet jij doen.
:15:55
Weet je dat Mozart heel gek haar had?
:15:58
Het lelijkste kapsel dat ik ooit gezien heb.