1:15:08
Heb je me hier gebracht
om te kunnen opscheppen?
1:15:13
Dit is bloedgeld.
1:15:16
Bedoeld om de vijanden van de koning
te verenigen.
1:15:20
Wij hebben het onderschept.
1:15:23
Maar wie...
-Nottingham.
1:15:25
Die durft de koning niet uit te dagen.
1:15:28
De koning is niet in het land.
Hij kan zijn land wel verliezen.
1:15:38
Je dacht dat ik alles zelf hield?
1:15:43
Of niet?
1:15:47
Een bijdrage aan je onderneming.
-Hou maar.
1:15:49
Het brengt heel wat op.
-Hou maar.
1:15:52
Het is me niet dierbaar.
1:15:54
Hoewel...
1:15:55
Nee, toch niet.
1:15:58
Ik zeg alles verkeerd.
1:16:09
Hoe kom ik naar beneden?
1:16:16
Wacht.
1:16:20
Zo doen we het niet meer.
-Daar ben ik blij om.
1:16:24
Hou je vast.
1:16:28
We hebben hier een regel.
1:16:30
Iemand die ons kamp gezien heeft,
mag niet meer weg.
1:16:35
Er staan te veel levens op het spel.
1:16:38
Daarom hebben Sarah en ik verzocht
om geblinddoekt te worden.
1:16:44
Misschien kunnen jullie blijven eten.
1:16:47
Misschien.