:21:04
Neem een slok.
-Ik moet gaan.
:21:07
Neem een slok, verdomme.
:21:15
Ik geloof dat ze je mogen.
:21:22
Je was vanavond te gek, Parry.
:21:33
Hoi.
:21:35
Welkom terug.
:21:38
Hoe voel je je?
:21:40
Ben ik dood?
-Nee.
:21:44
Rustig aan. Wil je opstaan?
:21:47
De zwaartekracht werkt.
Heel rustig aan.
:21:50
Haal eens diep adem.
-Waar ben ik?
:21:53
M'n woning. M'n nederige stulpje.
:21:57
Mi casa es su casa.
:22:00
Wil je wat eten? Je maag zal
wel een tabula rasa zijn.
:22:04
Zijn dit rozijnen of rattenkeutels?
:22:10
Wat vruchtentaart?
:22:13
Een paar maanden over tijd.
:22:17
Leuk om gezelschap te hebben.
:22:20
Waar zijn m'n schoenen?
-Wat?
:22:23
Waar?
-Wat?
:22:27
Wat is er? We hebben bezoek. Wat?
:22:32
Ik wist het. Gisteravond al.
:22:34
Ik wist het echt.
:22:38
Hij is de ware.
:22:40
Kun je een geheim bewaren?
-Nee.
:22:43
Weet je wat de kleintjes zeggen?
-De kleintjes?
:22:47
Je weet het.
:22:50
Ze zeggen dat jij de ware bent.
:22:53
De ware wat?
:22:56
Kop dicht. Ga bij hem weg.