:59:00
Toen de jongen ouder werd,
werd z'n wond dieper.
:59:06
En op een dag had het leven
voor hem geen zin meer.
:59:12
Hij geloofde niet in de mens,
ook niet in zichzelf.
:59:15
Hij kon geen liefde geven
of ontvangen.
:59:19
Hij was ziek van ervaring.
:59:21
Hij begon te sterven.
:59:24
Op een dag kwam er een gek in het
kasteel die de koning alleen vond.
:59:31
Hij was simpel van geest
en zag geen koning.
:59:34
Hij zag een man die
alleen was en leed.
:59:38
Hij vroeg de koning:
wat is er met je, vriend?
:59:42
De koning zei: ik heb dorst,
ik heb water nodig voor m'n keel.
:59:50
De gek pakte een beker,
vulde die met water...
:59:54
en gaf hem aan de koning.
:59:56
Toen de koning dronk, zag hij
dat z'n wond geheeld was.
1:00:02
In z'n hand hield hij de Heilige
Graal die hij altijd had gezocht.
1:00:07
Hij zei tegen de gek:
1:00:09
hoe kon jij vinden wat m'n dapperste
mannen niet konden vinden?
1:00:14
De gek zei: geen idee.
1:00:18
Ik wist alleen dat je dorst had.
1:00:24
Mooi, hè?
1:00:31
Ik geloof dat ik het tijdens
een lezing heb gehoord.
1:00:36
Het was een professor.
1:00:41
Aan Hunt...