1:20:06
	Ik zie hem. Er ligt een wapen
naast z'n hand. Hij ligt stil.
1:20:10
	Eén waarschuwing.
We willen hem levend hebben.
1:20:15
	Lecter, doe je handen op je hoofd.
1:20:20
	Eén in z'n been.
1:20:32
	Geen beweging.
1:20:34
	Niet schieten, we gaan de lift in.
1:20:38
	We doen het luik open.
Hou z'n handen in de gaten.
1:20:41
	Alleen wij schieten, begrepen ?
1:21:10
	Hier eenheid 26. We zijn onderweg
met een mannelijke agent van 50.
1:21:15
	Zware gezichtsverwondingen, wapen
onbekend. Hij heeft een attaque gehad.
1:21:21
	Levenstekenen zijn goed.
Bloeddruk 130 over 90. Ik zei 90, ja.
1:21:26
	Hartslag 84. Hij ligt aan een infuus
en krijgt zuurstof toegediend.
1:21:38
	De ambulance stond bij het vliegveld.
De bemanning was dood.
1:21:44
	Hij heeft ook een toerist vermoord
en z'n kleren en geld gepakt.
1:21:48
	Hij kan overal zitten.
1:21:50
	Hij komt niet achter mij aan.
Echt niet.
1:21:53
	Ik kan het niet uitleggen.
Dat zou hij niet netjes vinden.
1:21:58
	- Dat was 't dan. Ze is er geweest.
- Jij kunt er niks aan doen.