1:21:00
	We hoeven dat klerebeest alleen
maar in de gietvorm te lokken
1:21:05
	en 'm te verzuipen in heet lood.
1:21:07
	Hoe doen we dat ?
1:21:11
	Wat gebruiken we als aas ?
1:21:21
	Jullie gaan er allemaal aan.
1:21:24
	De vraag is alleen hoe.
1:21:28
	Wou je met opgeheven hoofd sterven...
1:21:31
	... of op je knieën ?
1:21:34
	Ik hou er niet van om te smeken.
1:21:38
	Ik heb nooit iets cadeau gekregen.
1:21:40
	Laat dat ding de klere krijgen.
We grijpen 't.
1:21:49
	We pakken 'm. Kom op.
1:22:08
	- Wanneer is ie voor 't laatst gebruikt ?
- Vijf of zes jaar geleden.
1:22:13
	- Weetje zeker dat ie 't doet ?
- Niets is hier zeker.
1:22:21
	We lokken 'm hier in en met die zuiger
duwen we 'm in de vorm.
1:22:27
	We gieten lood over 'm heen
en klaar is Kees.
1:22:31
	- En als iemand het verknalt ?
- We hebben maar één kans.
1:22:36
	Er is geen tijd om 't over te doen.
1:22:39
	Als je aan de hendel trekt,
zit je een paar seconden met 'm opgesloten.
1:22:45
	- We mogen geen fouten maken.
- Hopelijk doet ie je echt niks.
1:22:50
	Want als ie eruit wil,
gaat ie door die alkoof en doorjou.
1:22:55
	- Waar ben jij ?
- In de buurt.
1:22:59
	- En de anderen ?
- Die bidden.