1:49:01
Ze weet dat ik op berkeley zat
en noah kende.
1:49:04
Ze vertelt dat iemand
door haar geobsedeerd was.
1:49:08
Niet. Ze heeft me
over lisa hoberman verteld.
1:49:12
Ze wist datje erachter zou komen.
Je bent goed.
1:49:16
Vertelde ze het
alsof het niet relevant was?
1:49:22
Vertelde ze het in bed?
1:49:27
Dat zou ik doen.
1:49:32
Waarom heb je je naam veranderd?
- Getrouwd. Hij noemde me beth.
1:49:37
Hij werkte in de kliniek in salinas.
Het was maar van korte duur.
1:49:43
Denkje echt
dat ik iemand zou kunnen vermoorden?
1:49:47
Johnny boz kende ik niet.
En waarom zou ik nilsen vermoorden?
1:49:52
Laat dat slot maken.
1:49:55
Ze is inslecht. Ze is geniaal.
1:50:22
Heb ikje laten schrikken?
Lk wilde je verrassen.
1:50:27
Wat is er?
- Ik heb lisa hoberman gevonden.
1:50:30
Echt? Wat doet ze nu?
1:50:35
Je wilt het niet vertellen.
Spelen we nu nog spelletjes?
1:50:39
Ze zegt dat het precies andersom was.
Datjij haar nadeed.
1:50:46
En dat geloofde je?
1:50:49
Lk heb bij de campuspolitie
een klacht tegen haar ingediend.
1:50:54
Je denkt dat ik een moordenaar ben.
- Nee.