:18:48
	Jij daar!
:18:53
	O, nee!
:19:18
	WiI de zaak groeien,
dan moet er meer geId komen.
:19:21
	Zij praten over $25.000.
Ik zei: Dat is te weinig.
:19:23
	Zij zeiden: Nee? En ik: Nee.
:19:25
	WiI dit wat worden,
dan heb ik meer nodig dan een IapmiddeI.
:19:29
	Zij zeiden:
Over hoeveeI nuIIen praten we?
:19:32
	Ik zei: $150.000 komt aardig in de buurt.
:19:35
	Zei je dat echt?
:19:36
	Dit is een zaak. Wat doe ik met $25.000?
:19:39
	Dat is hooguit genoeg voor wat recIame.
:19:43
	-Ted, kom beneden.
-Waar zijn m'n schoenen?
:19:45
	-Ik weet 't niet, Iiefje, zoek maar.
-Mam, aIsjebIieft?
:19:48
	Kijk achter de badkamerdeur.
:19:51
	-Papa?
-Wat is er?
:19:53
	Je moet z'n kop krabben.
:19:56
	Je weet dat ik z'n kop niet wiI krabben.
:19:59
	Ga af!