Alive
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:16:00
Nee, vriend.
:16:01
Daar kunnen we niet aan meedoen.
:16:06
Leg dit aan die kant.
:16:11
Mijn handen zijn bevroren.
:16:16
Het is te laat.
:16:18
De reddingsploeg kan ons niet meer zien.
We moeten hier overnachten.

:16:23
- Hoe moeten ze ons vinden ?
:16:25
- Rustig maar, ze vinden ons wel.
:16:28
Als het donker is,
zakt de temperatuur 30 a 40 graden.

:16:31
Daar vinden we wel wat op.
:16:34
Rustig maar.
:16:38
- We maken dekens van de bekleding.
:16:40
- Goed idee.
:16:43
Trek de bekleding van de stoelen !
:16:45
Dan maken we er dekens van.
:16:48
- Hoe gaat 't met je maag ?
:16:49
- Goed.
:16:53
- Wie is dat ?
:16:54
- Canessa, kom mee !
:16:58
Ik dacht dat 't een jas was,
maar toen ik 'm optilde, lag hij eronder.

:17:06
- Ben je gewond ?
:17:06
- Legitimeer je !
:17:10
Mijn naam is Roberto Canessa !
:17:12
Ik studeer medicijnen.
:17:15
Ik ben lid van het rugbyteam,
dat het vliegtuig charterde.

:17:19
Je bent 'n bemanningslid ?
:17:26
Ja, ik ben de werktuigkundige.
:17:29
- Weet je hoe je radio's repareert ?
:17:42
- Je pikte de jas van 'n meisje !
:17:46
Dit is de jas van Susana Parrado.
:17:48
Geef hem haar terug.
:17:50
Als je 'm weer van haar pikt, vermoord ik je.
:17:55
Hoe gaat 't met je ?
:17:57
- Ik ga naar bed.

vorige.
volgende.