1:10:02
Liever niet.
1:10:05
Schud de kaarten. Goed schudden.
1:10:11
Tracy kreeg elke week zakgeld
om snoep te kopen. Schud de kaarten.
1:10:19
Maar ze gaf geen cent uit.
Ze stopte het onder haar matras.
1:10:24
Volgens mij had ze wel
200 dollar onder dat matras.
1:10:29
Ik zal je nog iets over Tracy
vertellen:
1:10:32
Het liet haar koud toen haar vader
er met al ons geld vandoor ging.
1:10:39
Maar ze vond het wel erg dat hij
die 200 dollar van haar had gepikt.
1:10:44
Wat een familie.
1:10:48
Zullen we wedden ?
1:10:50
We wedden om 200 dollar
dat ik raad welke kaart je had.
1:10:56
Je neemt me pas serieus
als er geld in het spel is.
1:10:59
Wat is nu 't nut...
1:11:01
Wat maakt 't uit met wie ze
de koffer in is gedoken ?
1:11:04
Speel 't spelletje mee.
Ga zelf achter die 20 miljoen aan.
1:11:08
Heeft Tracy dit allemaal zo gepland ?
1:11:11
Wat heb ik nou gezegd ?
Praat ik tegen m'n schaduw of zo ?
1:11:16
Denk je dat je Sherlock Holmes
bent met dat beeldje ?
1:11:19
Dat kan je overal kopen voor 89, 95.
Net echt.
1:11:23
Is alles in scène gezet ?
Je bent gestoord.
1:11:31
Hoe komt het dan dat ik
de klaveren boer in m'n zak heb ?
1:11:45
Ik weet niet welk spel ze speelt.
1:11:48
Maar je bent opgelicht,
net als je vriendje de chirurg.
1:11:51
Misschien kan je maar het beste
gewoon naar huis gaan.
1:11:56
Doe me 'n plezier.
Laat de whisky hier.