Nowhere to Run
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:12:54
- Hoe komt God aan z'n naam?
- Van God gekregen.

:12:58
God noemde zichzelf 'God'?
Waarom geen Tom of Charlie?

:13:08
Mag ik hier wat zout op doen. Mam?
:13:13
Niets aan de hand.
:13:16
Het is goed. Niets aan de hand.
:13:20
- Is 't weer dynamiet?
- Ja.

:13:24
- Rustig maar. Eet je ontbijt.
- Waar is het zout?

:13:29
- Er hoeft geen zout op.
- Toe. Een klein beetje.

:13:37
Heb jij aan het zoutvaatje gezeten?
Ik snap er niets van.

:13:45
E.T. Heeft 'm. Hij was hier.
Ik hoorde 'm gisteravond.

:13:52
- E.T. Bestaat niet. Schatje.
- Wel waar. Hij was hier.

:13:56
- Mookie. Hou op met fantaseren.
- Ik verzin 't niet!


vorige.
volgende.