Nowhere to Run
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:23:02
- Hou je van tieten?
- Soms.

:23:06
Ik vind ze absoluut walgelijk.
:23:09
Ik heet Mike. Maar iedereen
noemt me Mookie. Hoe heet jij?

:23:16
Sam.
:23:19
- Nou. Tot morgen. Sam.
- Ik weet niet of ik er dan ben.

:23:39
Weet je niet hoe je vuur moet maken?
:23:44
Je moet zorgen voor zuurstof.
Anders wordt het niks.

:23:54
- Ga je wat bakken?
- Een biefstuk.

:23:57
Geef maar aan mij.
Ik maak 'm wel klaar.

:24:04
Mookie?
:24:08
- Moet je nou alles verknallen?
- Ik mag zelf weten of ik hier kom.

:24:14
Dit is m'n zusje Bree. Dat is Sam.
Ik ga een biefstuk voor 'm bakken.

:24:18
- Van m'n vader mocht ik ook koken.
- Dat weet je helemaal niet meer.

:24:24
- Toen was je te klein. Zei mama.
- Ik weet het nog wel.

:24:29
- Waar is jullie vader nu?
- Dood. Hij had een trombone.

:24:34
Een trombose!
Ben je nou zo stom?

:24:37
- Hij ligt op het kerkhof.
- Niet waar.

:24:46
- Mookie! Bree!
- We moeten gaan. Dag. Sam.

:24:55
- Vertel niemand over mij. Oké?
- Waarom niet?

:24:59
- Omdat hij dat niet wil. Nou goed?
- Ik wil 't mama vertellen.


vorige.
volgende.