:38:01
Bedankt, knul.
:38:03
Ik zal 'm goed verkopen.
:38:23
Vort.
:38:26
Ik kom gauw terug.
:38:41
Jullie die kant, wij deze kant.
Aan de slag, mensen.
:39:12
Niet de stenen schoffelen.
Dat is een stuk makkelijker.
:39:45
De grond is klaar.
We moeten gaan planten.
:39:48
Hij komt echt wel.
:39:53
Hoe weten we of iets waar is ?
:39:57
In de bijbel staat: Zo zult gij
hen dan aan hun vruchten kennen.