:46:16
- Het had al groter moeten zijn.
- De katoen heeft de grond uitgeput.
:46:21
Er moet mest op.
:46:48
Wat een bouwval, dit huis.
:46:55
- Wij.
- Wat is daarmee ?
:46:58
Ik dacht aan ons vroegere leven:
rijk maar dom.
:47:02
Je hebt 't over jezelf, hoop ik.
:47:04
Nu stort ons huis in en zijn we
platzak, maar dolgelukkig.
:47:11
Je bent echt veranderd.
:47:15
- In mijn voordeel ?
- Ik word er soms zelfs bang van.
:47:21
Vroeger las je nooit Homerus.
:47:29
Er was een man...
:47:35
... met wie ik in de gevangenis
van Elmira zat.
:47:38
Hij was schoolmeester en hij had
een oud exemplaar van Homerus.
:47:46
Daar las hij ons uit voor.
:47:51
Ik heb het van hem gekregen.
:47:56
Ik ging door met voorlezen
toen hij overleed.