The Piano
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:29:04
Die op het strand?
:29:12
Is het geen moeras?
:29:23
Baines, de muziekliefhebber.
:29:26
Heb je verborgen talenten, George?
:29:33
Ik moet wel les hebben,
anders heb ik er niet zoveel aan.

:29:38
Dat is waar.
:29:44
Ada kan spelen.
:29:47
Dat stond in een brief.
Ze speelt sinds ze vijf jaar was.

:29:59
Waarvoor?
:30:02
Voor je piano. Dat is de ruil.
:30:08
Wat zei ze?
- Het is haar piano. Ze wil het niet.

:30:15
Hij is een lompe boer.
Hij kan niet lezen. Hij is achterlijk.

:30:19
Hij wil zich ontwikkelen.
:30:21
En jij kunt er ook op spelen.
:30:29
Leer hem ermee om te gaan.
:30:35
het is mijn piano
:30:39
Dit gaat zo niet langer.
:30:43
We brengen allemaal offers.
En jij ook.

:30:47
Jij geeft hem les.
:30:50
Daar sta ik op.

vorige.
volgende.