:24:01
Hij laat zich niets zeggen.
:24:07
Alleen hij komt er nog.
:24:17
Als jij de weg weet, wijs mij hem dan.
:24:28
Wie is daar?
:24:52
Omdat hij er een hekel aan heeft.
-Aan de tuin? Waarom?
:24:56
We mogen er niet over praten.
-Waarom niet?
:24:58
Ik heb een cadeautje voor u.
Van mijn moeder.
:25:07
Waar is het voor?
-U kent wel tijgers en olifanten?
:25:11
Maar touwtjespringen kent u niet?
:25:15
Kom mee.
:25:17
Let op.
:25:27
Probeer het maar eens.
:25:56
Bedankt, Martha. Bedank je moeder.
:25:58
Wat bent u een rare.
Elk ander kind zou me een kus geven.