:40:02
Ze stierf toch in haar tuin?
-Welke tuin?
:40:07
De tuin. Er zijn er hier zo veel.
:40:11
O, ja?
-Natuurlijk.
:40:12
Ga je nooit naar buiten?
-Nooit.
:40:15
Wat heb jij dan?
-Ik ga dood.
:40:18
Waaraan?
-Aan van alles.
:40:21
Ik lig hier mijn hele leven al.
-Kun je niet lopen?
:40:25
Ben jij echt?
Mijn dromen zijn soms heel echt.
:40:29
Moet ik je even knijpen?
:40:37
Zie je wel?
:41:28
Hoe weet jij hoe je onkruid wiedt?
-Ik wist niet eens wat het was.
:41:34
Een 'Keizerin van India' lelie.
Deze bollen zijn ook lelies.
:41:42
We planten ze om de 'Keizerin' heen.
-Haar eigen hofdames.
:41:46
Net 't liedje. Juffrouw Mary,
zo tegendraads, hoe groeit je tuintje?
:41:51
met zilveren bellen en schelpen
en mooie meisjes op een rij
:41:57
Op de boot hierheen zongen ze
dat tegen mij.