1:24:07
Waar is mijn zoon?
1:24:11
Hier, lord. Hij moet hier zijn.
1:24:24
Wat is er gebeurd?
1:24:28
Het komt door dat kind.
Ze veroorzaakt een chaos.
1:24:33
Ik probeerde haar in de hand te houden.
Ze moet weg, lord.
1:24:38
Ze kost hem nog zijn leven. Beslist.
1:24:42
Breng me naar haar kamer.
1:24:44
Ze heeft geen eerbied
voor zijn zwakke gestel.
1:24:57
Heeft u haar ingesloten?
-Dat moest wel. Ze is zo wild.
1:25:08
Je oom is er.
1:25:21
Neemt u mij niet kwalijk.
1:25:27
Misschien zijn ze in de tuin.
1:25:31
De tuin?
1:25:33
Hoe kan dat nou?
1:25:35
Dat is onmogelijk.
1:25:48
Ik heb mijn best gedaan. Echt.
1:25:52
Dat kind trotseert me...
-Stilte, Medlock.
1:25:57
Ze is nog maar een kind.
Jij was verantwoordelijk.