1:06:11
Zet je paard maar bij de koeien.
1:06:14
De wei is van ons.
Hij hoort niet bij 't landgoed.
1:06:17
Ik laat 'm liever los lopen,
dan kan ie z'n benen strekken.
1:06:21
Je bent aardig voor mij
en aardig voor dat paard.
1:06:24
Ga maar naar je moeder toe.
1:06:26
Je neemt geen complimentjes aan. Hoe kan ik
't je vergoeden ?
1:06:40
Hupsakee.
1:07:09
Gras. Geen klinker te zien.
Ik kon m'n ogen niet geloven.
1:07:17
Waar is dat biscuitje
nou ?
1:07:20
Ik was erg blij dat ik kon rennen.
Ik wilde dat Jerry ook blij was.
1:07:30
Geef op.