Blink
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:12:04
Oog-chirurg. Ik bespreek dit
alleen met haar of haar familie.

:12:08
Ze heeft zo een interview.
- Dat kan ze nog niet.

:12:12
Ze zorgt al vanaf haar 15e
voor haarzelf.

:12:15
Dat denken jullie maar.
- U betuttelt haar.

:12:19
Ik ben haar dokter.
- Kan ze zien of niet, dokter ?

:12:24
Stel: Je slaapt en plotseling
gaat 't licht aan.

:12:27
Dan moet je aan 't licht wennen.
Emma heeft 20 jaar geslapen.

:12:34
Op je 9e ben je visueel volwassen.
Emma werd blind op haar achtste.

:12:39
We weten dus niet hoe goed
ze zal zien.

:12:55
Kan ik u helpen ?
:13:03
Gaat het ?
- Ja hoor.

:13:05
Niets gebroken ?
:13:08
Er was een vrouw. Met bloemen.
:13:12
Ze had een hoed op.
- Een hoed ? Bedoel je Candice ?

:13:18
Was dat Candice ?
:13:21
Dat was gisteren.
- Ze was net hier binnen.

:13:25
Candice was hier gisteren.
:13:28
Gisteren ?
:13:30
Er bestaat wel zoiets als
een visuele vertraging.

:13:35
Leg 's uit.
:13:37
Je ziet iets, maar je registreert 't
later pas.

:13:41
Zou dat 't geval zijn ?
- Ik denk dat je gedroomd hebt.


vorige.
volgende.