:31:02
Voor het beest dat je op
't vliegtuig hebt verloren.
:31:07
Ken je me nog ? Je tijger viel tegen
me op in 't vliegtuig, weet je nog ?
:31:13
Weet je er nog iets van ?
:31:16
Misschien is er iets vreemds
gebeurd. Een geluid, of geschreeuw.
:31:22
Ik ben in slaap gevallen. Toen ik
wakker werd, waren we al geland.
:31:27
Ik laat je foto's zien.
Bekijk ze heel goed.
:31:32
Op dit vliegtuig zaten we.
Kan je je dat herinneren ?
:31:36
Ken je het vliegtuig nog ?
:31:39
Toen ging er iets mis.
:31:41
Er klonk een hard geluid.
En er was rook.
:31:45
Een hard geluid ?
- Juist.
:31:48
Er was veel wind,
er werd geschreeuwd.
:31:51
Herinner je je nog iemand ?
:31:59
Wat ben je aan het doen ?
- Weet je nog wat ie aan had ?
:32:05
Had hij 'n bril ?
:32:12
Een litteken.
:32:14
Had ie 'n litteken ?
:32:16
Heb je hem gezien ? Zeg het maar.
Niemand doet je wat.
:32:21
Hij heeft een litteken.
:32:23
Is dit hem ?
:32:25
Zo is het genoeg. Wil je weggaan ?
- Was hij het ?
:32:29
Ik roep de politie.
Rechercheur Wallace !
:32:35
In orde, dank u. Jij ook bedankt.
:32:39
Het spijt me.
:32:47
Met Fox, van de politie van Miami.
Over dat vliegtuigongeluk.
:32:52
Die ene Marshal heeft
informatie ingewonnen.
:32:55
Die ene Marshal ?
- Ja.
:32:58
Het meisje heeft een kaper
half geïdentificeerd.