Immortal Beloved
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:08:06
- Ik zal dit aanvechten.
- U zult verliezen.

1:08:10
Hij heeft veel vijanden.
1:08:14
Het vuil was erg genoeg.
1:08:17
Die man is gek.
1:08:19
Hij kan niks horen.
Hij schreeuwt de hele tijd.

1:08:23
De huisbazen gooiden hem eruit.
1:08:26
Die jongen is even erg.
Z'n oom moedigde hem aan.

1:08:30
Ik hoorde ze bespreken
hoe ze me zouden slaan.

1:08:34
Was de jongen schoon ?
1:08:37
Hij kreeg een maand
geen schoon ondergoed.

1:08:41
Die man kan niet eens
voor zichzelf zorgen.

1:08:44
Ik roep Karl van Beethoven op.
1:09:01
- Goedemiddag, Karl.
- Goedemiddag.

1:09:04
- Hoe behandelt je oom je ?
- Goed.

1:09:07
- Hij is opvliegend, hé ?
- Ja.

1:09:10
- Ben je bang voor hem ?
- Nee.

1:09:14
- Heeft hij je ooit gestraft ?
- Alleen als ik het verdiende.

1:09:18
Bij wie zou je liever wonen ?
1:09:22
Je oom of je moeder ?
1:09:25
- Wil je bij je oom blijven ?
- Ja.

1:09:30
- Harder.
- Ja.

1:09:32
Je klinkt onzeker.
1:09:34
Het zou beter zijn als m'n oom
iemand bij zich had.

1:09:38
Hij is hardhorend en
kan niet met me praten.

1:09:42
Hij is zelfs stokdoof.
1:09:49
Hou je van je moeder ?
1:09:56
- Ja.
- Mis je haar ?


vorige.
volgende.