1:48:05
Bedankt,
maar ik moet een trein halen.
1:48:10
Ik ga naar het Westen.
1:48:13
Mijn boot vertrekt morgen
vanuit Boston.
1:48:17
De scholen in het Westen zijn nieuw.
1:48:21
Ze hebben leraren nodig en ...
1:48:25
... ze tillen niet zo zwaar
aan het accent.
1:48:30
Dat doe ik ook niet.
1:48:35
Mijn tante heeft me
Plumfield nagelaten.
1:48:38
Het is geen grond.
Het is een nogal groot huis.
1:48:43
Het is alleen goed voor een school.
En ik wil een goede school.
1:48:48
Eén die toegankelijk is
voor iedereen die wil leren.
1:48:51
Ik heb iemand nodig
die les kan geven.
1:48:57
- Kan ik je overhalen om te blijven?
- Ik geef toe ...
1:49:02
Ik had gehoopt dat ik een reden
zou hebben om te blijven, maar ...
1:49:08
Gefeliciteerd met je huwelijk.
1:49:11
Oh, nee! Dat is Amy.
1:49:16
Mijn zus, Amy, en Laurie.
1:49:20
Ik ben niet getrouwd.
1:49:24
- Ga alsjeblieft niet zover weg.
- Jo.
1:49:30
Zo'n kleine naam voor ...
zo'n persoon.
1:49:38
Wil je me hebben?
1:49:41
Met hart en ziel.
1:49:47
Maar ik heb je niets te bieden.
Mijn handen zijn leeg.
1:49:53
Nu zijn ze niet leeg.