Speed
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:16:08
- Kom nou, hij vaIt zo.
- Ik kan niet.

:16:13
Een stap vooruit en pak mijn hand.
:16:23
Laat me niet Ios.
:16:45
- Vond je het Iekker?
- HeerIijk.

:16:48
- En jij?
- De Iift is gevaIIen.

:16:52
Fijn om te weten.
:16:59
- Looptje horIoge achter?
- Nee, we hadden nog 3 minuten.

:17:03
Waarom deed hij dat?
Zo verIiest hij 3 miIjoen.

:17:07
Hij kon het niet ophouden,
dat hebben oudere mannen vaker.

:17:13
Heb ik gehoord.
:17:19
- Hij is hier.
- Hij kan overaI zitten.

:17:24
Hij wist dat we iets van pIan waren.
Hij zit in de buurt.

:17:29
Hij Iaat zich niet vastzetten.
Iedereen is geevacueerd.

:17:40
Hij wiI hier weI zijn,
maar hij moet weI mobieI bIijven.

:17:47
De Iiften.
:17:49
De personenIiften zijn gecheckt.
:17:52
En de goederenIiften?

vorige.
volgende.