Speed
anterior.
apresentar.
marcadores.
seguinte.

:46:41
Jij moet de trein uit.
:46:43
Het spoor loopt dood,
spring jij eruit. Dit is waanzin.

:46:48
Er komt een bocht aan.
:46:50
Ik versnel hem.
Ik laat hem ontsporen.

:46:53
Dit is idioot. Spring nou.

anterior.
seguinte.