Wolf
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:41:03
Het spijt me.
:41:08
En dit?
:41:13
M'n broer.
Hij is vorig jaar gestorven.

:41:19
Ja ...
Hij kwam om bij een ongeluk.

:41:24
Nee, hij pleegde zelfmoord.
:41:27
Hij was zo goed als schizofreen.
:41:33
Ik denk dat ie die benaming zat was.
Hij woonde zo nu en dan bij mij.

:41:41
- Mooi gezicht.
- Ja ...

:41:45
Hij was een mooi broertje.
:41:58
Het is hier prachtig.
:42:01
Ja, hè?
:42:05
Hier begroef ik
mijn huisdieren altijd.

:42:10
En hier besefte ik ook
dat ik ooit zal sterven.

:42:16
Precies op deze plek besefte ik
dat het eens met mij gebeurd is.

:42:25
Ik wil je iets vertellen.
:42:28
Een paar dagen geleden
is mij iets overkomen.

:42:33
Ik reed in New England
en reed een dier aan.

:42:39
- Een wolf.
- In New England? Zeker weten?

:42:44
Absoluut. Toen ik hem wilde
aanraken, beet hij mij.

:42:48
- Ben je ingeënt tegen rabiës?
- Ja.

:42:52
Maar ... Dit klinkt echt heel gek.
Die wolf heeft me iets gegeven.

:42:59
Ik heb iets van zijn geest
in mijn bloed of zo.


vorige.
volgende.