1:18:02
- Je weet niet of ik goed ben.
- Jawel.
1:18:07
Waarom gebeurt dit dan? Ik dacht dat
alleen de slechten vervloekt waren.
1:18:12
Dat is helemaal niet zo.
Dat had ik je wel kunnen vertellen.
1:18:18
De ergste dingen
overkomen de beste mensen.
1:18:22
Ik had 'm bijna.
1:18:27
Je kan 't zo bekijken -
1:18:30
- dat je niet vervloekt bent,
maar ziek.
1:18:37
Er zijn hersentumors,
die allerlei symptomen veroorzaken.
1:18:41
Tumors? Hoe bedoel je?
Meen je dat?
1:18:45
- Ja.
- God, was dat maar waar.
1:18:52
Wat relativeren we toch!
1:18:58
We laten je eerst
lichamelijk onderzoeken, -
1:19:04
- voor we aannemen
dat je verandert in een ...
1:19:08
Daar.
Sta op.
1:19:12
We doen je boeien weer om.
1:19:17
- Dat hoeft misschien niet.
- Handen op je rug.
1:19:24
Zo.
Nu kun je weinig aanrichten.
1:19:32
- Ja.
- Prima.
1:19:42
Interessant. Wat is dat?
1:19:46
- Een amulet.
- Echt?
1:19:51
Werkt ie?
1:19:56
Nou ...
ik mag vandaag niet klagen.