1:42:01
Hij komt uit het hotel.
1:42:02
Hij heeft langer gewacht dan ik.
1:42:04
Daar is hij.
1:42:07
Ga nu.
1:42:12
- We hebben uw geld.
- Ik kom zo bij u.
1:42:19
Waar ben je ?
1:42:21
Ik ben in kamer 303.
1:42:24
Het geweer moet rechts liggen.
1:42:26
Als dat zo is,
dan moet 't hier ergens liggen.
1:42:30
Het ligt er niet.
1:42:31
Wat gebeurt er ?
1:42:35
Het ligt er niet.
1:42:36
Luister.
1:42:38
Ga weg daar.
1:42:43
Verdomme.
1:42:44
Vergeet het geweer. Ga weg daar.
1:42:58
Ben je al weg ?
1:43:04
Gevonden !
1:43:49
Warm, hè ?
1:43:51
Snikheet.
1:43:57
Ik heb 't.