:26:14
Je was smeris.
Je weet dat hoertjes praten.
:26:17
Kon je
geen vier dagen meer wachten?
:26:20
Met zulke stomkoppen
kan ik niet werken.
:26:24
Ik bracht je erbinnen.
:26:27
Ik bracht je mijn familie.
:26:33
Dat is nu mijn familie.
:26:35
We zijn nog vrienden.
:26:38
- Wat doen jullie?
- Je maakte 'm kwaad.
:26:44
Je spatte weer bloed op me.
:26:46
Daar is iemand!
:26:51
Grijp haar!
:26:57
Grijp haar!
:27:08
Wat is me dit?
:27:28
Schiet haar neer!
:27:46
- Ik heb haar.
- Ik!
:27:48
- Onzin!
- Wat ken jij van schieten?
:27:51
Ze heeft het gehaald.
:27:53
Meen je dat?
:27:55
Ze sprong.
:27:59
Zoek uit voor wie ze werkte
en waar ze woont.