1:09:15
Hoe ga je die wijngaard kopen?
Je hebt vast 'n plan, een strategie.
1:09:21
- Die had ik, maar 't is mislukt.
- Mislukt? Wat voor plan dan?
1:09:27
Ik wilde... iets verkopen.
1:09:31
Iets? Wat dan?
1:09:33
- Aandelen, effecten, 'n zakje plutonium?
- Het maakt niet uit. Ik ben 't kwijt.
1:09:38
Kwijt?
lk zou 'n noodplan gemaakt hebben.
1:09:43
Iets waar je op kunt terugvallen.
In plaats van gelul.
1:09:46
Misschien zoiets als... dit.
1:09:56
Luc... kom je nog?
1:10:08
De eerste les.
1:10:09
Voor je de strijd aangaat,
moet je zorgvuldig 't slagveld kiezen.
1:10:14
En laat Charlie nooit merken
hoeveel je om 'm geeft.
1:10:18
Zeg nooit dat je iemand wilt.
1:10:20
Zie je dat? Waarom pruilt ze?
Juliette deed dat ook, herinner ik me.
1:10:25
Het pruilen is een van de beste
wapens van de Française.
1:10:28
- Wat is er zo goed aan?
- Het is uitdagend.
1:10:31
Op die manier blijft de man
constant opgewonden en onzeker.
1:10:35
Ze zegt ja maar bedoelt nee en andersom.
Snap je?
1:10:38
- Nee.
- Echt niet?
1:10:41
Gefopt.
1:10:43
Nu, iets heel belangrijks.
Charlie verwacht dat je
1:10:46
'n scène trapt als je 'm ziet, 'n drama.
1:10:50
Die lol gun je hem niet.
Dan raakt hij geïnteresseerd.
1:10:55
Kijk 's wat ik gevonden heb, Luc.
1:10:58
Het doet me aan jou denken.