2:18:05
Ik heb je.
2:18:08
Het komt wel goed.
2:18:11
Ik heb 'n arts nodig.
2:18:13
Snel. Een arts.
2:18:15
Daar is je moeder.
-Rustig aan.
2:18:17
Gebruikt ze drugs?
2:18:22
Haal 'n traumatoloog
en 'n hart- en vaatchirurg.
2:18:25
De slagaders zijn doorgesneden.
Ze heeft bijna geen pols.
2:18:29
Ze ademt amper.
Jullie moeten d'r intuberen.
2:18:34
Wanneer is ze voor 't laatst gezien?
2:18:37
Geen idee.
2:18:38
Waar hebt u haar gevonden?
2:18:39
In de badkuip.
2:18:42
Geef haar 'n zoutoplossing. Grote naald.
2:18:44
Hou druk op de wonden.
2:18:46
Ik heb twee liter O-negatief nodig.
2:18:51
Haal iemand van het ademhalingscentrum.
2:18:54
Zet de röntgenapparatuur vast klaar.
2:19:04
Uw dochter is geopereerd.
Ze ligt op de postoperatieve kamer.
2:19:07
Haar toestand is stabiel.
2:19:08
De chirurg komt u zo meer vertellen.
2:19:11
Wordt ze weer beter?
2:19:11
Ja.
2:19:13
Ze wordt weer beter.
2:19:17
Waarom heeft ze dit gedaan?
2:19:21
Wat heeft ze zichzeIf aangedaan?
2:19:28
Alles komt goed.
2:19:31
Ik blijf nu bij je. Ik ga niet meer weg.
2:19:50
Met mij.
2:19:52
Het vliegtuig is opgestegen.
Je bent mooi op tijd.
2:19:55
Ze hebben nog geen chauffeur...
2:19:56
...maar dat komt wel.
2:19:59
Nog één ding.