:33:00
En jij weet niet wat je doet.
:33:02
Ik wist het!
Je deed al zo raar in het ziekenhuis.
:33:06
Hou je gemak.
:33:08
Laat zien.
- En je zei ons niks?
:33:11
Je wou er niet van weten.
- Ik dacht niet dat je 't zou dragen.
:33:15
Ik ben een grote jongen.
:33:17
Je moet niet zedenpreken.
- Nee, je in elkaar slaan.
:33:20
Schei uit, Hubert.
:33:22
Verkoop je zo'n show omdat je
gewapend bent? Lk maak je kapot.
:33:26
Wat maak je kapot?
- Schei uit.
:33:28
Kom, we gaan een hapje eten.
:33:30
Hou je kop.
:33:33
Ik ben weg.
- Welja, rot op.
:33:35
Schei uit, Hubert. Kom mee.
:33:38
Laat hem lopen.
:33:41
Hou toch op. Kom mee.
- Laat me los.
:33:48
Wat heeft Hubert tegenwoordig?
:33:53
Let er niet op.
Hij denkt te veel na.
:34:10
Waar is ma?
- Snap jij dit?
:34:12
Lk heb geen tijd.
- Hub!
:34:22
Wel?
- Ik heb echt geen tijd.
:34:24
Wat is de oplossing?
- Ik weet 't niet.
:34:27
Jij weet nooit iets.
- Okee, ik weet nooit iets.
:34:29
Dag, ma.
:34:31
Hoe gaat 't met broertje?
- Best.
:34:34
Maar met je broer in de cel
is het minder.
:34:38
Wat heeft Max nu weer?
- Hij schreef dat hij schoolboeken wil.
:34:42
Waarom?
- Geen idee.
:34:44
Hij wil zijn humanioradiploma
behalen in de cel.
:34:49
Hij heeft niet eens een brevet.
:34:53
Uit de potten blijven.
:34:56
Ik kom nergens aan.
:34:57
Waar haal ik 't geld voor boeken?
- Hier.