1:04:02
Je stopt net op het goeie moment.
1:04:05
Je moet 't perfect in de hand hebben.
1:04:08
In de hand. Kijk.
1:04:12
Maak je niet dik,
het blijft niet duren.
1:04:15
Klootzak.
1:04:17
En jij? Wat zeg jij?
1:04:20
Wat zeg jij?
1:04:22
Laat hem met rust!
1:04:25
Met rust laten? Ken je dit?
- Ken je de Sjanghai-greep?
1:04:30
Dat komt van ver. Van heel ver.
1:04:33
Ik denk dat deze dorst heeft.
1:04:37
Alsjeblieft.
- Klootzak.
1:04:40
Straks bezeer je je nog.
Hou je gemak.
1:04:45
Hij geilt me op met zulke bewegingen.
1:04:47
Langs achteren is ie net 'n griet.
1:04:50
Grieten, dat zijn 't.
Grieten die pijpen.
1:04:54
Getverse pijpstertjes.
1:04:59
Zo hoort 't. En daarna los je.
1:05:02
Da's het moeilijkste:
Op tijd stoppen.
1:05:04
Je moet je kunnen inhouden.
1:05:07
Zie je?
1:05:10
Daar zit 't hem.
1:05:12
Hij bevalt me wel.
- Hij is knap.
1:05:14
Wat staat er op zijn papieren?
1:05:18
Ben je knap?
- Ja, ik ben knap.
1:05:25
Jij interesseert me niet.
- Welke is Hubert?
1:05:28
Da's geen kop om Hubert te heten.
- Hij is Fransman. Saïd.
1:05:32
Saïd, heel mooi.
1:05:34
Is Saïd een Franse naam?
1:05:37
Da's mooi. Kijk.
1:05:44
Volgens mij is de kleine
wat nerveuzer.
1:05:48
Laat hem los, verdomme!
1:05:51
Zo.
- Je wou toch niet weglopen?
1:05:57
Een blunder vermijden,
da's 't lastigste.
1:05:59
Ik zou wel willen, maar een mens
doet niet altijd wat hij wil.