1:19:03
Doe jij het.
- Wat?
1:19:05
Doe jij het, als je zo slim bent.
- Doe wat we zeggen.
1:19:09
Doe het, Saïd.
- Je bent onnozel.
1:19:12
En ik zeg dat je dan toetert.
1:19:15
Nee, da's de claxon.
1:19:16
Stomme lul.
- Saïd heeft gelijk.
1:19:20
Zie je wel! Wie had gelijk?
1:19:23
We doen wat ik zeg.
1:19:25
Jij hebt gelijk.
- Geef me iets van ijzer.
1:19:28
Vlugger!
1:19:30
Je bent okee. Hoe heet je?
1:19:32
Lk heet...
1:19:33
Hoe heet je?
- Ik heet...
1:19:37
Zo dient hij tenminste ergens voor.
1:19:41
Zo, ben je klaar?
- Ja.
1:19:53
Wie kan autorijden?
1:19:56
Wie kan rijden?
- Vinz.
1:20:00
Wat?
Lk heb nog geen legerdienst gedaan.
1:20:04
Hij kan rijden.
Deed je je legerdienst?
1:20:06
Bij de zeemacht.
Ik heb geen rijbewijs.
1:20:08
Ik kan rijden.
- Kop dicht.
1:20:12
Kop dicht... Vinz?
- Wat?
1:20:14
Jij ging toch met die griet Zarma
naar Israël
1:20:17
met een Mercedes.
1:20:19
Ja, maar da's hetzelfde niet.
1:20:22
Ginder zijn het Mercedessen
1:20:24
met automatische versnellingen.
1:20:27
Ja, ja, klets maar aan.
1:20:29
Je kletst zo uit je nek
dat je geen nek meer hebt.
1:20:32
Zo simpel is het.
1:20:34
Verdomme! ...Wat?
1:20:37
Lk wil niet lastig doen,
maar er komt een politiewagen.
1:20:42
Waar?
- Dat is een politiewagen.
1:20:44
Hij rijdt vooruit.
- Rustig blijven.
1:20:46
Rustig. Op drie rennen we weg.
Okee?
1:20:50
Klaar?
- Drie!
1:20:59
Blijf staan!